Verslag bezoek aan het museum

Zondag 12 februari gingen we op bezoek bij Kempenmuseum De Acht Zaligheden in Eersel. We hadden een leerzame en erg gezellige middag in dit mooie dorpsmuseum.

De meneer die ons rondleidde was jarenlang leraar geweest op een basisschool in Eersel. En dat was goed te merken. Op een duidelijke en enthousiaste manier vertelde hij over de Kempendorpen die De Acht Zaligheden worden genoemd en legde hij uit waar deze naam vandaan komt. Samen konden de kinderen alle namen van deze mooie Kempische dorpen opnoemen: Eersel, Knegsel, Duizel, Wintelre (Wèntersel), Steensel, Reusel, Knegsel en Netersel.

We zagen hoe onze opa’s en oma’s vroeger naar school gingen. Hoe ze woonden, wat ze aan spullen in de keuken hadden en dat ze groenten in wekpotten bewaarden. Het eten werd in de kelder bewaard, want ze hadden nog geen koelkast en zo was het wat langer houdbaar. 

In de goei kamer stonden de mooiste meubelen en andere spulletjes. Slapen deden ze vroeger in een bedstee, waarbij het opviel dat ze met veel personen op een klein stukje moesten slapen. Heel wat anders dan de fijne, grote bedden die de kinderen nu voor zich alleen hebben.

Veel mensen werkten in de Kempen in een sigarenfabriek, dus kregen we uitleg hoe sigaren werden gemaakt. Omdat de mensen in deze omgeving arm waren, moesten de kinderen ook meewerken. En als ze niet in een fabriek werkten, moesten ze meehelpen op de eigen boerderij of hadden ze de zorg voor jongere broertjes en zusje in het gezin. Soms waren er wel 17 kinderen in een gezin! Dus dan was er heel wat werk te doen. Want ook al mochten ze vroeger maar 1 keer per week schone kleren aan, deze kleren moesten dan wel met de hand worden gewassen.

Onder begeleiding van een mevrouw in prachtige klederdracht en op klompen, mochten we klusjes van vroeger doen. We gingen sokken stoppen, de was doen zoals vroeger, op een lei schrijven en met de hand koffie malen. De jongens vonden het erg leuk om dit zelf te ervaren.

In de grote museumtuin waren ook allerlei oud-Nederlandse spelletjes te vinden. We gingen op de loopfietsen, een potje kegelen, beugelen en op stelten lopen. Binnen konden we sjoelen, munten gooien en andere oude spelletjes. Natuurlijk wilden we alles uitproberen.

De schapen, kippen en geiten werden ook even bekeken. Zo konden we zien van welke schapen de wol afkomstig is waar de wol van gespind werd op het spinnenwiel. En waarvan de sokken zijn gebreid, waarin we heel knap de gaten hebben gestopt.

Het was een zeer geslaagde middag. De vrijwilligers van het museum willen we heel hartelijk danken voor de prettige ontvangst en de fijne rondleiding en begeleiding! We komen graag nog
eens terug voor een volgend bezoek.